De Schnauzer

 

De Schnauzer komt uit Duitsland.
Hij heeft ook andere benamingen in functie van zijn schofthoogte:
Riesenschnauzer ("Reuze" Schnauzer),
Mittelschnauzer (Middenslagschnauzer)
Zwergschnauzer (Dwergschnauzer).

Classificatie volgens van Fédération Cynologique Internationale (FCI)

De Schnauzer opgehaald tot de tweede groep van dit klassement: Pinschers en Schnauzers Molossers en Zwitserse Berg en Sennenhonden.
De honden die tot deze groep gedragen, zijn waak en verdedigingshonden. Ze hebben een krachtig fysiek, zijn gespierd en afschrikwekkend.
Deze honden hebben ook een sterk karakter. De Schnauzer veroorzaakt meer bepaald tot categorie 1B, namelijk de honden van het type Schnauzer

Historiek

De term "schnauzer" betekent "snuit"; hij wordt due zo genoemd omwille van zijn karakteristieke borstelige snuit.
Tot in de 19e eeuw werd de Schnauzer gerelateerd met de draadharige Pinschers. Vandaag bestaan er effectief nog drie variëteiten van de Schnauzer.
De oorsprong van de Middenslagschnauzer gaat tot ver in de tijd terug en is ons jammer genoeg niet bekend.
Mogelijk stamt hij af van rassen die vandaag niet meer bestaan, zoals de Biberhund en een draadharige rattenvanger van herdershonden.
Men weet echter wel dat dit ras werd gebruikt om ratten en muizen te vangen.
De Riesenschnauzer zou afkomstig zijn van een kruising tussen de Middenslagschnauzer, de Duitse hond en de Vlaamse koehond.
Eenvoudiger gesteld, wordt hij ook uitgegeven als een grote replica van de middenslagvariant. A. Dürer, geboren in Württemberg, heeft een voorstelling van gemaakt in een van zijn werken.
De Riesenschnauzer werd gebruikt om de postkoetspaarden te vergezellen en om knaagdieren te vangen in de paardenstallen, vandaar zijn bijnaam “Griffon stabiel” of “Griffioen van depaardenstal”.
De Dwergschnauzer tot slot, is afkomstig van een selectie van kleine honden waardoor deze soort ontstond rond 1880. Deze laatste is het meest populair in de Angelsaksische landen terwijl de Riesenschnauzer het meest verspreid is in Europa.

Fysieke kenmerken

De Riesenschnauzer is tussen 60 in 70 cm groot en weegt tussen 30 in40 kg.
De Middenslagschnauzer is tussen 45 en 50 cm groot en weegt ongeveer 15 kg. En met een hoogte van 30 tot 35 cm, weegt de Dwergschnauzer tussen 4 en 7 kg.
Met zijn profiel in de vorm van een vierkant, straalt de Schnauzer stoerheid en tegelijkertijd vereenvoudigde uit.
Hij heeft een vrolijk uiterlijk.Het lichaam van de Schnauzer heeft een cobbouw, met een gebogen hals en een korte rug, licht hellend naar de croupe.
Zijn borstkast is gematigd breed, zijn ribben redelijk vlak en zijn buik komt matig naar buiten.
Zijn ledematen zijn goed gespierd, met korte en ronde voeten die uitgaan in strakke, gebogen tenen met donkere nagels.
Zijn staart is hoog aangezet en staat rechtop.De Schnauzer heeft een fors en lang hoofd. Zijn borstelige snuit eindigt in een hoek en bedekt zijn zwarte lippen.
Zijn ogen zijn ovaal en donker. Zijn oren zijn gevouwen in een n V vorm van zijn klein en rechtopstaand.
Er bestaan meerdere kleuren voor de standaard van dit ras: zuiver zwart van “peper en zout”.
Een donker masker wordt verwacht en witte vlekken bewaard, zijn niet gewenst. De kleur van de Dwergschnauzer kan zwart van peper en zout zijn maar ook zwart en zilver van wit.
De vacht van de Schnauzer is hard en taai (zoals ijzerdraad) en dicht, net zoals zijn ondervacht.
Zijn snuit wordt bedekt door een ruwe baard en zijn ogen zitten lichtjes verstopt achter ruige wimpers.

Gevoeligheden welzijn

De Schnauzer is een rustieke, resistente hond die een geschatte levensverwachting van 12 tot 14 jaar geniet.
Hij is niet echt bang voor zware klimatologische omstandigheden.
Bepaalde aandoeningen moet mannen echter in de gaten houden voor dit ras, zoals oogaandoeningen, aandoeningen aan de nieren in hypothyreoïdie.
Zoals het merendeel van de grote en grote rassen, heeft de Schnauzer aanleg voor heupdysplasie
De verzorging van de Schnauzer bestaat uit een dagelijkse kambeurt en een trimbeurt om de 4 maanden.

Advies over dooropvoeding

De Schnauzer is een hond boordevol vitaliteit, levensluchtig, onstuimig maar evenwichtig, sterk, trots dominant.
De reuzevariëteit is iets kalmer dan de Dwergschnauzer, laat ons zeggen dat deze wat excentrieker is.
Het is hoe dan ook een toegewijde en aanhankelijke gezel, een aangenaam gezinshond die gezelschap van kinderen apprecieert.
Steeds op zijn hoede en onomkoopbaar, gedraagt hij zich vaak wantrouwig ten aanzien van vreemden.
De reuzevariëteit en middenslag zijn echter perfecte waakhonden.Wat de opvoeding betreft, is de Schnauzer een ras dat veel aandacht en strengheid vereist.
Het is ten zeerste afgeraden om hem op een appartement te houden.
Het is inderdaad een grote sportieveling, die ruimte en beweging nodig heeft om zijn fysiek enmentaal evenwicht op pijl te houden.

Bron: Tipaw.com/nl