Engelse Springer Spaniël
De Engelse Springer Spaniël behoort tot de Rasgroep “Retrievers, Spaniëls en Waterhonden”
Geschiedenis van de Engelse Springer Spaniël
Het oorspronkelijke werk van de Engelse Springer Spaniël bestond uit het opjagen van wild en vogels uit de dekking. In het Engels noemt men dit “to spring the game” (‘springing’)en hieraan heeft dit ras zijn naam te danken.
Maar hij is veelzijdig; hij apporteert ook het geschoten wild. Vooral in het begin van zijn bestaan waren er veel overeenkomsten met de Welsh Springer Spaniel. In 1902 besloot de Engelse Kennel Club om de Engelse Springer Spaniel te erkennen als een afzonderlijk ras, omdat hij iets groter is dan zijn neef de Welsh.
De Engelse Springer Spaniël is een gehoorzame, volhardende jachthond. Het is de grootste van alle landspaniëls, met een krachtig compact gebouwd lichaam en stevige voeten. Daarom werkt hij gemakkelijk in elk terrein. Ook als showhond is de Engelse Springer Spaniël populair. Het staat vast dat het ras vrij oud is, want er werd een beschrijving van de ‘springing’ Spaniël gevonden in de publicatie ‘Treatise of Englishe Dogges’ uit 1576 van Dr. Johannes Caius. Afgezien van zijn kwaliteiten als jachthond, is de Engelse Springer Spaniël ook zeer geschikt als gezelschapshond.
Ras
Deze vrij grote spaniël is een echte all-round drijfhond. Door zijn snelheid bijzonder geschikt voor het opstoten van fazanten. De Springers zijn zeer goede apporteurs, die ook met het waterwerk geen enkel probleem hebben. Een vol haas kunnen ze wel dragen, maar een Springer is zeker niet de eerste keus op een echte hazenjacht.
Een Engelse Springer kan bruin-bont of zwart-bont zijn. Het ras is bijzonder populair bij jagers. De Springer Spaniël lijkt op de Cocker Spaniël, hoewel hij wat groter is. Daarom werden ze tot ver in de negentiende eeuw nog als één ras beschouwd, hoewel de beide soorten al te zien zijn op schilderijen vanaf het midden van de zeventiende eeuw. Het is een sterke hond van gemiddelde grootte die gebouwd is op uithoudingsvermogen en dol is op lichaamsbeweging of dat nu het opstoten van wild in dicht struikgewas is of het achterna rennen van een bal op een speelwei. Het ras dankt zijn naam aan het opstoten (“springing”) van wild bij de jacht en heeft daarbij een reputatie van veelzijdigheid opgebouwd als uitblinker bij de jacht, het “springing” en het apporteren, zowel te land als in het water. Tegenwoordig worden de Springer Spaniël ook in Politiemiddens gebruikt. Zijn gedrevenheid en goede neus leent zich er toe om ingezet te worden bij het opsporen van drugs. Hij wordt zowel opgeleid als actieve als passieve drughond. Dit laatste is het zoeken van drugs op personen. Zijn grote aaibaarheidsfactor is hier een grote troef. Ook bij de gehoorzaamheidstraining doen ze het goed.
De Engelse Springer Spaniël heeft lobvormige oren en een dichte, weerbestendige vacht. De kleur van de vacht is leverkleurig en wit, zwart en wit, of elk van deze kleuren met een tanaftekening.
Halverwege de vorige eeuw is er een scheiding ontstaan tussen jacht- en showlijnen, waarna er in feite twee verschillende typen zijn ontstaan. De honden uit de showlijnen zijn over het algemeen iets groter en zwaarder dan de honden uit de jachtlijnen. Bovendien hebben de honden uit showlijnen iets langere oren die wat lager zijn aangezet.
De schofthoogte van de Engelse Springer Spaniel is ongeveer 50 cm.
Het gewicht varieert van 20 - 25 kilo.
Karakter
De Engelse Springer Spaniël is een vrolijke en actieve hond. Zijn vriendelijke karakter zorgt ervoor dat hij lief is met kinderen en dat hij sociaal is in de omgang met andere honden. Het is een intelligente hond met veel “will to please” die wel een consequente opvoeding nodig heeft om zijn uitstekend ontwikkelde jachtinstinct in goede banen te leiden.
Engelse Springers heb je in twee heel verschillende ‘types’.
Er zijn twee fokrichtingen, de “showlijn”, met over het algemeen wat forsere honden, en de “jachtlijn”.
Ook in temperament is er wat verschil tussen beide lijnen.
De jachtlijn wordt soms ook wel werklijn genoemd. De twee types verschillen enorm in uiterlijk.
De showlijn is groter en heeft langer haar en heeft meer vachtverzorging nodig.
De jachtlijn is de actiefste van de twee, de jacht Springer heeft heel veel beweging nodig om zich prettig te voelen.
Showlijn Springers hebben grotere oren die lager aangezet zijn ze hebben meestal ook meer donkere kleuren in hun vachtpatroon.
Het stamboek van de showlijn en de jachtlijn is ook anders.
Er is bijna geen enkele showtype Springer te bekennen in een jachtlijn stamboek, terwijl je in showlijn stamboek best vaak werkende Springers tegenkomt die titels in het veld gehaald hebben. Het is dus niet zo dat showtype Springers niet kunnen jagen en werken, dat kunnen ze zeker. De Springer is en blijft een dual purpose hond! Hoewel Springers best in de stad kunnen aarden zijn het geen honden voor eigenaars die geen gelegenheid hebben om tenminste dagelijks een lange wandeling (minstens een uur) met ze te maken waarbij ze ook los van de lijn kunnen rennen.
Over het algemeen zijn de honden uit showlijnen wat rustiger van aard dan de honden uit jachtlijnen, maar voor beide typen geldt dat zij mentaal en fysiek voldoende moeten worden uitgedaagd zodat zij hun energie kwijt kunnen.
Ze leren snel, zijn niet éénkennig, houden van kinderen en willen hun baas graag een plezier doen- al kunnen ze af en toe ook best koppig zijn. Als ze echter verveeld raken kunnen ze, net als de meeste andere honden, destructieve neigingen gaan vertonen. Het zijn echt honden die motivatie nodig hebben en graag geprezen worden. Naast lichaamsbeweging hebben ze ook geestelijk veel activiteit nodig! Voor een baas die de aandacht er voor over heeft kan een Engelse Springer Spaniël een fantastische, sportieve kameraad zijn.
Verzorging
Voor beide typen geldt dat het raadzaam is om regelmatig te controleren op klitten achter de oorschelp.
Na een jachtdag of na een stevige wandeling door de bossen moet de vacht worden vrijgemaakt van achtergebleven takjes en moeten de voetzolen worden gecontroleerd op eventuele wondjes.
Verder is een kam- of borstelbeurt op zijn tijd voldoende om de vacht op peil te houden. Vanwege hun overvloediger beharing en langere vacht is er bij honden uit showlijnen meer aandacht nodig voor hun vachtverzorging.
Een EngelseSpringer is een hond die je wel met regelmaat moet trimmen. Hij heeft zijn verzorging nodig.
Het trimmen moet 4 maal per jaar gebeuren maar het is ook zelf aan te leren.
Gezondheid van de Engelse Springer Spaniel
De meest erfelijke ziekten waar dit ras vatbaar voor is, zijn oogaandoeningen. Let op bij aankoop van een puppy dat de ouderdieren vrij zijn getest van de meest voorkomende ziektes en oogziektes bij de Springer zoals: PRA en Glaucoom om maar een paar te noemen.
Om te fokken moet de hond vrij of drager zijn van een ziekte. Als de hond drager is, kan hij alleen met een vrij gefokt worden. Op deze manier fok je de ziekte eruit!
Hoe moet u de Engelse Springer Spaniël opvoeden?
Een Engelse Springer Spaniël is in de regel gemakkelijk op te voeden.
Door hun intelligentie begrijpen ze zeer rap wat er van hun verwacht wordt. Dit wil niet zeggen dat hij geen consequente en duidelijke opvoeding nodig heeft.
Wees lief maar consequent in de opvoeding, Springers hebben een sterk eigen willetje en kunnen dominant worden!
Leer het Springertje van kleins af aan dat het oké is eventjes alleen te zijn, het ras kan last hebben van verlatingsangst.
Bron: Hondenpage - Hondencentrum