De Duitse Jachtterrier.

 

De Duitse Jachtterrier behoort tot de Rasgroep “Terriers”.

De geschiedenis van de Duitse Jachtterrier

In het begin van de 20e eeuw waren Duitse jagers enthousiast over de Foxterrier en Welsh Terrier. Ze werden niet alleen gebruikt voor de jacht ondergronds op vossen en dassen, maar ook bovengronds voor wilde zwijnen, herten en hazen. Het kleurrijke en mooie uiterlijk van deze honden trok echter niet alleen de aandacht van jagers. Veel hondenliefhebbers hielden er een als huis- en showhond. Dit leidde tot de verslechtering van de jachtkwaliteiten van deze rassen. Ruikend vermogen, uithoudingsvermogen, volharding, het gehoor en gezichtsvermogen werden allen getroffen. Compromisloze factoren die werkelijk van belang zijn, maar alleen aantrekkelijk voor jagers.
Twee Duitse hondenfokkers, Zangenberg en Chekk, maakten het hun taak voor de eerste keer een werkhond te fokken waarbij uiterlijk niet van groot belang was, maar die wel praktische en functionele kwaliteiten bezat en die niet tot een modegrillerige showhond zou vervallen. In 1923 werden vier puppies met donkere kleuren verkregen als gevolg van het mengen van Fox Terrier en de grof-harige Engelse Terrier. Daarna volgde in 1932 een geslaagde kruising met de Oude Engelse Terrier en daarna werd in 1933 het bloed van de Welsh Terrier toegevoegd. In 1940 was het ras van de Duitse Jachtterrier in feite afgerond. De honden hebben allemaal kwaliteiten die de fokkers wilden zien: jachtdrive, agressiviteit, geur en visie, de mogelijkheid om blaffend te jagen, niet bang van water, inclinatie voor het ophalen van het wild en controleerbaar. Het niet zo mooie uiterlijk van de kleine, donkere Terriers zou er tenslotte voor moeten zorgen dat alleen jagers deze honden aanschaffen.
Door terug te gaan naar de Oude Fox Terrier en de draadharige Black & Tan Terrier gecombineerd met de eindeloze inspanningen van de fokkers in Europa werd de Duitse Jagd Terrier ontwikkeld; Jagd is Duits voor ‘jagen’ en Terrier om een naam aan zijn type te geven; ondergrondse jagers. De open jacht was een kenmerk van de moderne jacht wat ongebruikelijk was tijdens de stichting van het ras, waardoor de kracht van de Jagd Terrier in dit facet slechts geperfectioneerd werd tijdens de laatste 20 jaar. De stichting van de Jagd Terrier geschiedde allereerst uit de combinatie van twee Terrier rassen uit het Verenigd Koninkrijk, oorspronkelijk ingevoerd om in Duitsland ratten te vangen. Fox Terriers, geselecteerd voor hun gameness, werden als overheersend ras gebruikt. Voor de donkere kleur en het hanteer gemak werd de Welsh Terrier bijgevoegd. Na de Tweede Wereldoorlog waren in Duitsland slechts enkele Jagd Terriers overgebleven. Voorzichtig begon men met herstel van het ras door te proberen Jagd Terriers met Lakeland Terriers te kruisen. Dit experiment bleek echter niet succesvol en werd dan ook afgewezen als optie. In 1951 werden 32 geschikte pups uit 9 nesten verkregen en in 1952 waren er reeds 75 geschikte pups, in 1956 waren dat er zelfs al 144. Na korte tijd werd het ras bekend: tijdens de International Dog Show in ’65 in Brno, Tsjecho-Slowakije, een internationale wedstrijd waarbij jachthonden werden getest, werd door 29 Jagd Terriers deelgenomen. Ondanks het feit dat hun aantal gering was overtroffen ze alle andere deelnemende ondergronds jagend jachtrassen, puur op basis van de hoeveelheid en kwaliteit van de bereikte resultaten. Omdat het aantal bestaande Jagd Terriers gering was, werd het herstel van het ras uitgevoerd door inteelt en werd de selectie uitgevoerd in het voordeel van werkkwaliteiten.
Als gevolg van de zeer sterke inteelt begonnen verschillende genetische defecten te verschijnen; haarverlies, verkeerde beten, toename in omvang en honden met onvolledige tandensets. Door vervolgens wel selectief te fokken zijn in de periode ’68-’73 door middel van lijnteelt van Jagd Terriers honden verkregen met grote werkkwaliteiten. Slechts een complexe aanpak zorgt voor een correcte basis voor de selectie en staat of valt met het zo objectief mogelijk evalueren van potentiële ouders met al hun kenmerken; onder andere de jachtkwaliteiten en erfelijke gebreken, haarkwaliteit en lichamelijke werk conformatie.

Het karakter van de Duitse Jachtterrier

Duitse Jachtterriers zijn temperamentvolle en energieke honden. Ze hebben een groot uithoudingsvermogen. Ze zijn sober, hard en hebben een groot jachtinstinct. Ze laten hun stem zo nu en dan horen. Het is een ras dat niet snel onder de indruk is, ze zijn zelfverzekerd en vaak dominant. Het zijn uitstekende waakhonden. Zolang kinderen de hond in zijn waarde laten, gaat dit prima. De omgang met katten en andere huisdieren loopt niet altijd probleemloos. Een goede socialisatie biedt enig perspectief. Tegenover andere honden kunnen ze dominant zijn. Onbekende visite wordt waakzaam tegemoet getreden.

De opvoeding van de Duitse Jachtterrier

Duitse Jacht terriërs hebben behoefte aan een heleboel beweging. De hond kan worden gebruikt in de professionele jacht of de jachtsport. Jagd Terriers werken met groot enthousiasme voor alle types wild, ongeacht de weersomstandigheden. Duitse Jachtterrier hebben een consequente en een opvoeding met vaste hand nodig. Houdt u zich hieraan dan heeft u een vrij gehoorzame hond. Duitse Jachtterrier is een onvermoeibaar ras, dat erg veel beweging nodig heeft. Ze zwemmen graag, ook apporteren en balspelletjes vinden ze erg leuk om te doen. De hond kan uitstekend naast de fiets lopen. Hou de hond op on aangelijnde wandelingen goed in de gaten. Het jachtinstinct is groot en ze hebben de neiging achter van alles aan te gaan.

 

Voor meer informatie over de Duitse Jachtterrier verwijzen wij u graag naar de Duitse Jachtterrier Club.

 Informatiebron: www.hondentrainingen.nl